De klucht van de koe (2025)

Geschreven door G.A Bredero

De klucht van de koe (1)

De Amsterdammer Gerbrand Adriaenszn. Bredero is tijdens zijn korte leven actief in de rederijkerskamers D’Eglentier en later de Nederduytsche Academie. Hij schrijft een groot aantal liederen, gedichten en toneelstukken in een voor iedereen direct herkenbare (volks)taal. Zijn lijfspreuk’t Kan verkerenis ook in de moderne tijd bekend gebleven. Zijn dramatisch werk wordt zo nu en dan nog gespeeld.

Gerbrand wordt geboren als derde kind in een gezin van twaalf kinderen van schoenmaker Adriaen Bredero en Maryghen Gerbrands. De vader is ook kapitein bij de schutterij en belastingpachter en bezit een kleine kunstcollectie. Bredero’s geboorteplek is de Nes, in het hartje van Amsterdam. Vanaf 1602 woont Bredero met zijn familie aan de Oudezijds Voorburgwal bij de Varkenssluis. Veel feiten uit zijn leven zijn er niet bekend. Hij volgt de ‘Grooteschool’ en moet daar Engels, Latijn en Frans geleerd hebben. Daarna gaat hij in de leer bij de Antwerpse schilder Francois Badens. Beeldend werk uit die periode is later niet meer aangetroffen. Brederode wordt lid van de rederijkerskamer D’Eglentier, in 1617 stapt hij over naar de door Samuel Coster opgerichte Nederduytsche Academie. In 1613 krijgt Bredero de erebaan van vaandrig bij de schutterij. Alhoewel hij een aantal romantische gedichten aan vrouwen heeft opgedragen, is Brederode nooit getrouwd. In de winter van 1617 zakt hij door het ijs, hij herstelt van een kou en overlijdt onverwachts een half jaar later op 23 augustus 1618, enkele dagen voor de arrestatie van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot. Zijn graf in een kapel aan het Rokin is in 1908 geruimd.

Recensie 1:


Hoofdpersoonin deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijzeeen koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen wordentamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. Dekracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Eeninleiding geeft informatie over auteur en inhoud en over de bedoeling van dezeuitgave. Bredero schreef lyriek en toneelstukken, met name kluchten enblijspelen. Hij werd minder beinvloed door de renaissance dan zijn tijdgenoten.Een vertaling in verzen staat naast de oorspronkelijke tekst. In deze serie mettot nu tot middeleeuws werk is voor het eerst een 17de-eeuws werk vertaald.Hierbij ging helaas veel volkstaal, dialect en beeldspraak verloren. Het is deprijs die betaald wordt voor een groter begrip voor de tekst bij een breedpubliek en bij gebruik in het onderwijs. Eerder verschenen van de kluchtuitgaven met annotaties en toelichting.

Recensie 2:

Het boek gaat over bedrog. Het is een interessant onderwerp,met veel diepgang beschreven. Het verhaal legt de nadruk meer op gevoelens danop de gebeurtenissen. De sfeer is somber, er worden onschuldige mensenbedrogen.
Degebeurtenissen maken een “echte” indruk op mij. Ik denk dat dit vroeger wel dewerkelijkheid zou zijn geweest, het kan nu nog steeds. De gebeurtenissen zijnerg emotioneel. Het verhaal is niet ingewikkeld opgebouwd, ik kon het makkelijkvolgen. De opbouw was begrijpelijk. Je krijgt wel een goed beeld van depersonages, omdat ze goed worden beschreven. Ik vond eigenlijk alleen Keesje,het zoontje van de boer sympathiek, het is een onschuldig jongetje. Depersonages gedragen zich niet zoals het hoort. Joosje bedriegt zijn vrouw metandere vrouwen. De boer schept op. Gijsje besteelt onschuldige mensen. Giertjeis hebzuchtig. De taal is wel te begrijpen, door de goede vertaling. Verderbevat het boek veel beschrijvingen, waarbij mensen en hun gevoelens goed wordenbeschreven.

Samenvatting:

Het stuk opent met een monoloog van Ghijsje. Als dief moet je voortdurend op je tellen passen. Een waarzegster heeft hem voorspeld dat hij rond zijn 18e jaar aan de galg zou sterven. Tot nu toe is alles goed gegaan.

Hij komt dan aan bij een huis en vraagt en krijgt onderdak van Dirk Thijssen. Dirk woont in een boerderijtje in Oudekerk. Als de boer ‘s nachts slaapt brengt Ghijsje de (dikke) koe naar de buitenplaats Kostverloren en bindt de koe ergens bij een hooiberg vast. Daarna gaat hij weer terug naar zijn slaapplaats. Hij gaat weer slapen.

De volgende dag wordt hij vroeg in de ochtend om twee uur gewekt door de boer, omdat hij dat heeft gevraagd. Hij wil namelijk die dag rond vijf uur in Amsterdam zijn. Onderweg beweert hij dat hij nog even bij mensen in de buurt van Kostverloren moet zijn omdat ze hem daar geld schuldig zijn en dat nu gaan afbetalen. Na een tijdje komt hij terug met een koe. Dat is dus de afbetaling. De boer denkt dat hij zijn eigen koe herkent maar doordat Ghijsje het gesprek slim op een ander onderwerp brengt, gaat hij er niet op door. Ghijsje vraagt de boer zelfs heel brutaal of hij hem niet op de markt wil verkopen, zo’n beest is immers geld waard en hij als koopman (hij doet zich als koopman voor) kan zoiets toch niet doen. De boer stemt erin toe, zij zullen elkaar in “Het Swarte Paert’’ ontmoeten.

De boer heeft de koe voor veel geld verkocht en geeft Ghijsje het geld. Ghijsje zegt dat deze verkoop groots gevierd moet worden en zegt dat hij eten gaat halen, en alles zal betalen. Hij steelt van de optrekker zijn mantel mee en hij heeft zijn drankjes gestolen en nog niet betaald. Slimme Ghijsje gaat er gewoon vandoor met het geld. Het volgende fragment komt het zoontje van de boer (Keesje) binnen en zegt dat hun koe is gestolen. Nu begrijpt de boer dat hij op slimme wijze is beetgenomen door de gauwdief, maar moet er zelf nog om lachen.

De klucht van de koe (2025)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Foster Heidenreich CPA

Last Updated:

Views: 6107

Rating: 4.6 / 5 (76 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Foster Heidenreich CPA

Birthday: 1995-01-14

Address: 55021 Usha Garden, North Larisa, DE 19209

Phone: +6812240846623

Job: Corporate Healthcare Strategist

Hobby: Singing, Listening to music, Rafting, LARPing, Gardening, Quilting, Rappelling

Introduction: My name is Foster Heidenreich CPA, I am a delightful, quaint, glorious, quaint, faithful, enchanting, fine person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.